Is uw kindje dood geboren? U doet aangifte bij de gemeente. U kunt uw kindje ook inschrijven in de basisregistratie personen (BRP).

Beschrijving

Het verliezen van een kind veroorzaakt een groot verdriet. Aangifte doen bij de gemeente kan misschien helpen bij het verwerken hiervan. En u heeft dan een officieel bewijs dat uw kind heeft bestaan.

Aangifte doen van een doodgeboren kind is niet verplicht als de zwangerschap minder dan 24 weken heeft geduurd. Duurde de zwangerschap 24 weken of meer? Dan moet uw kindje een begrafenis of crematie krijgen en is aangifte doen wel verplicht.

U doet aangifte in de gemeente waar uw kindje is geboren.

Inschrijven in de BRP

U kunt uw kindje ook inschrijven in de basisregistratie personen (BRP). Dan staan de gegevens van uw kindje bij uw persoonlijke gegevens in de BRP, bijvoorbeeld op MijnOverheid.nl. Het maakt niet uit hoelang de zwangerschap heeft geduurd of hoelang geleden de geboorte was.

U registreert uw kindje in de gemeente waar u woont. U kunt dit verzoek alleen voor uzelf doen en niet voor de andere ouder.

Voornaam op bestaande aktes laten zetten

Is er al een akte van uw kindje, zoals een ‘akte van geboorte (levenloos)’? Maar staat daar nog geen voornaam op? De gemeente kan dan alsnog een voornaam op de akte zetten.

Aangifte mag door:

  • 1 van de ouders van het kind
  • iemand die bij de geboorte aanwezig was
  • een medewerker van het ziekenhuis
  • de uitvaartverzorger

U kunt uw doodgeboren kind registreren in de basisregistratie personen (BRP) als u:

  • 1 van de ouders bent
  • in Nederland woont of gaat wonen

U doet de aangifte bij de gemeente waar uw kind geboren is. U heeft nodig:

  • uw geldige identiteitsbewijs
  • de verklaring van de arts van het overlijden van uw kind

Eventueel laat u ook zien:

  • uw trouw- of partnerschapsboekje, als u wilt dat de gemeente de naam van uw kind hierin vermeldt.

Zo schrijft u uw kind in de basisregistratie personen (BRP) in:

  • U gaat naar de gemeente waar u woont.
  • U neemt in ieder geval mee:
    • uw geldige identiteitsbewijs
    • een document waaruit blijkt dat uw kind dood is geboren

U kunt de aangifte en de BRP-registratie op hetzelfde moment doen als de aangifte. U kunt de BRP-registratie ook later doen.

Wilt u voor de registratie en/of het aangifte doen van een levenloos geboren kind een afspraak maken met Burgerzaken? Het telefoonnummer is hieronder vermeld. 

Vragen?

Burgerzaken

Telefoon: (0571) 27 92 13

E-mail: burgerzaken@voorst.nl 

Uw kind is geboren na een zwangerschap korter dan 24 weken

Het maakt niet uit hoelang het geleden is dat uw kind dood is geboren. U kunt altijd nog aangifte doen en uw kind laten inschrijven in de basisregistratie personen (BRP).

Uw kind is geboren na een zwangerschap van 24 weken of langer

Uw kind moet binnen 6 werkdagen een begrafenis of crematie krijgen. U moet voor de uitvaart aangifte hebben gedaan.
Voor inschrijven in de BRP maakt het niet uit hoelang het geleden is dat uw kind dood is geboren.

Als u een aanvraag of melding doet, heeft de gemeente uw persoonsgegevens nodig. De gemeente behandelt uw persoonsgegevens zorgvuldig. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat hoe de gemeente met uw persoonsgegevens moet omgaan.

De belangrijkste regels zijn:

  • De gemeente vraagt alleen om gegevens die nodig zijn voor het afhandelen van uw aanvraag of melding. De gemeente vraagt niet om andere gegevens.
  • De gemeente gebruikt uw gegevens alleen voor het verwerken van uw aanvraag, melding of voor iets wat daar direct mee te maken heeft.
  • De gemeente bewaart uw persoonsgegevens niet langer dan nodig is.
  • De gemeente zorgt ervoor dat uw persoonsgegevens veilig zijn.
  • Alleen mensen die uw gegevens nodig hebben voor hun werk kunnen ze bekijken.
  • Andere organisaties krijgen uw gegevens alleen als dit wettelijk verplicht is.
  • Als u hierom vraagt, dan vertelt de gemeente u:
    • welke gegevens de gemeente over u heeft
    • waarvoor deze gegevens nodig zijn
    • wat er met uw gegevens gebeurt.
  • Kloppen uw gegevens niet? Dan kunt u de gemeente vragen om ze te corrigeren.