Bestuursrapportage 2019 en de Programmabegroting 2020 – 2023


Het college van burgemeester en wethouders presenteert de gemeenteraad van Voorst de Bestuursrapportage 2019 en de Programmabegroting 2020 – 2023.

Het college van Voorst

Tekorten in het sociaal domein maar geen bezuinigingen in Voorst: met verhoging van de onroerende zaakbelasting wordt het begrotingsevenwicht hersteld, gelijktijdige verlaging van de rioolheffing maakt dat de Voorster huishoudens niet extra worden belast.  

De Bestuursrapportage 2019

In de Bestuursrapportage legt het college tussentijds verantwoording af over de uitvoering van de plannen in het lopende begrotingsjaar en over de financiën. Het financiële beeld is somber. In het Voortgangsbericht, de eerste tussenrapportage die het college afgelopen voorjaar uitbracht, maakte het college melding van grote tekorten in met name de jeugdzorg (€ 1,5 miljoen) en in de voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning (€ 0,5 miljoen). Door deze ontwikkelingen zou volgens de verwachting in het Voortgangsbericht op de gemeentebegroting een verwacht tekort optreden van ruim € 1,6 miljoen, terwijl ook de jaren daarna met grote tekorten rekening moet worden gehouden. Deze tekorten in het sociale domein maken dat de gemeentebegroting geen enkele ruimte bevat om nieuwe lasten of tegenvallers op te vangen. De Bestuursrapportage die het college nu uitbrengt laat dit ook zien: nieuwe lasten die worden opgevoerd zijn een verhoging van uitgaven voor maatschappelijke ondersteuning door toename van het aantal rechthebbenden en stijging van tarieven voor hulpmiddelen (totaal € 350.000), verlaging van de zogenaamde BUIG-gelden, de rijksuitkering voor de verstrekking van bijstands- en andere uitkeringen (€ 38.000) en de extra lasten die voortvloeien uit de nieuwe CAO voor gemeentepersoneel (in 2019 € 241.000, oplopend naar € 680.000 in volgende jaren). De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is weliswaar per saldo positief maar lang niet voldoende om deze nieuwe lasten op te vangen. De Bestuursrapportage mondt uit in een verwacht extra tekort van € 150.000, waardoor het verwacht tekort op de gemeentebegroting in 2019 stijgt naar ruim € 1,8 miljoen. 

De programmabegroting 2020 - 2023

Ondanks de uiterst moeilijke financiële situatie is het college vastbesloten om de doelstellingen van het coalitieprogramma 2018-2022 ‘Visie met Ambitie’ te verwezenlijken; doelen zoals het ontwikkelen van een energiestrategie en toewerken naar een energie neutrale gemeente in 2030, het realiseren van het brede transformatieprogramma dat is voortgekomen uit het project ‘Voorst onder de Loep’, het verbeteren van de verkeersveiligheid en het versterken van de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente, en het renoveren van het gemeentehuis, het zijn té belangrijke opgaven om hierin gas terug te nemen. 

Het is echter een gegeven dat ook na verwerking in de meerjarenbegroting van de septembercirculaire (de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds) het financieel perspectief nog steeds flink negatief is: zonder extra maatregelen zal in 2020 een verwacht tekort optreden van € 1,7 miljoen, een tekort dat in de jaren daarna weliswaar zal afnemen maar in 2023 nog altijd € 350.000 zal zijn. Extra maatregelen zijn daardoor onontkoombaar. 

Het college zoekt die maatregelen in de belastingsfeer, te weten in een combinatie van aanpassingen van rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende zaakbelasting: uit berekeningen in het onlangs aan de gemeenteraad gepresenteerde Programma Water volgt dat de rioolheffing voor de Voorster huishoudens vanaf 2020 naar beneden kan worden bijgesteld met afgerond € 67,- per huishouden. Hier staat tegenover dat de afvalstoffenheffing door verschillende oorzaken niet meer volledig kostendekkend is en dat om kostendekkendheid te herstellen verhoging van het vast tarief nodig is met € 27,50 per huishouden. Als deze beide maatregelen worden doorgevoerd dan resteert een ‘ruimte’ van afgerond € 40,- per huishouden, ruimte die kan worden ingezet voor een verhoging van de onroerende zaakbelasting. Een bijkomend argument om met verhoging van de onroerende zaakbelasting een bijdrage te leveren aan het begrotingstekort van de gemeente is dat in de septembercirculaire een verlaging is doorgevoerd van de algemene uitkering vanwege een hogere OZB-belastingcapaciteit als gevolg van de waardestijging van woningen; het is dan niet meer dan logisch om die belastingcapaciteit ook daadwerkelijk in te zetten. Al met al levert de verhoging van de onroerende zaakbelasting voor de gemeente een extra inkomst op van in totaal € 525.000 per jaar terwijl de gemeentelijke woonlastendruk gemiddeld gesproken gelijk blijft. Zo wordt het aan het coalitieprogramma ten grondslag liggende uitgangspunt van gelijkblijvende woonlastendruk gerespecteerd. Ten opzichte van zowel de Gelderse als alle Nederlandse gemeenten blijft de gemeentelijke woonlastendruk in Voorst op ongeveer gemiddeld niveau.

Met doorvoering van deze belastingmaatregelen komt het geraamde begrotingssaldo voor de eerste twee jaren nog negatief uit, namelijk een tekort van ruim € 800.000 in 2020 en 

€ 100.000 in 2021, maar vanaf het jaar 2022 is het begrotingssaldo afgerond € 400.000 positief. Het college acht een dergelijke begrotingsmarge, gegeven de vele en grote onzekerheden in de gemeentelijke financiële huishouding, minimaal noodzakelijk.

De Bestuursrapportage en de Programmabegroting staan geagendeerd voor de ronde tafelgesprekken van maandag 14 oktober om 18.00 uur. De raadsbehandeling zal plaatsvinden in de vergadering van de gemeenteraad van maandag 28 oktober vanaf 10.00 uur. De Bestuursrapportage zal de raad in die vergadering vaststellen. Definitieve besluitneming over de Programmabegroting vindt plaats in de raadsvergadering van maandag 11 november vanaf 19.30 uur.