Het college van burgemeester en wethouders presenteert de Bestuursrapportage 2022, de Prioriteitennota 2023 en de Meerjarenprogrammabegroting 2023-2026 aan de gemeenteraad van Voorst:


UITDAGINGEN EN ONZEKERE INKOMSTEN VANUIT HET RIJK DOMINEREN DE TOEKOMSTIGE FINANCIËN

De economische vooruitzichten zijn ongewis. We worden geconfronteerd met maatschappelijke, economische en financiële gevolgen door vooral de inval van Rusland in Oekraïne. Krapte en schaarste op de arbeidsmarkt, de extreem gestegen energiekosten en de schaarste op de grondstoffenmarkt hebben gevolgen voor zowel de reeds lopende als de aankomende projecten en werkzaamheden die binnen de gemeente worden uitgevoerd. Door het Rijk zijn hogere vergoedingen uit het gemeentefonds toegekend tot en met 2025, maar voor de langere termijn, vanaf het jaar 2026, bestaat hierover nog onzekerheid. Het Rijk heeft voor 2026 een eenmalige rijksbijdrage toegekend. Ondertussen werkt het Rijk met gemeenten en provincies aan een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026.

De Bestuursrapportage 2022

In de bestuursrapportage legt het college tussentijds verantwoording af over de uitvoering
van de plannen in het lopende begrotingsjaar en over de financiën.
De uitkomst van de meicirculaire algemene uitkering gemeentefonds is verwerkt. Door de voorgenomen hogere uitgaven door het rijk, zoals opgenomen in het coalitieakkoord van het kabinet, is er sprake van een forse groei van het gemeentefonds. Gemeenten krijgen daardoor een hogere algemene uitkering. In de meicirculaire zijn ook vergoedingen opgenomen voor specifieke taken zoals de energietoeslag en uitvoeringskosten klimaatakkoord. Deze middelen zijn als uitvoeringsbudgetten in deze bestuursrapportage verwerkt. Ondanks een bijstelling van de budgetten voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdzorg bij het voortgangsbericht eerder dit jaar, zijn wij genoodzaakt om voor 2022 deze budgetten nogmaals bij te stellen. Het zwaartepunt van deze bestuursrapportage is de ontwikkeling van de energieprijzen. Wij zijn gehouden aan het 5e sanctiepakket dat Europa tegen Rusland heeft ingesteld, waardoor het contract met energieleverancier Gazprom per 10 oktober 2022 is opgezegd. De gemeente Voorst heeft daarom met een inkoopcollectief in de regio van elf gemeenten, en vier aan gemeenten gelieerde partijen, een nieuwe aanbesteding moeten doen. Deze aanbesteding confronteert ons onaangenaam met prijzen die vanaf oktober 2022 tot en met december 2023 een factor 10 hoger liggen dan de oude prijzen, wat resulteert in een totale prijsverhoging van 650%. Omdat de prijs van elektriciteit gekoppeld is aan de gasprijzen stijgt ook de prijs van elektriciteit voor 2023 met ongeveer dezelfde factor. Het inkoopcollectief geeft uitdrukkelijk en krachtig een signaal af aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over compensatie van meerkosten door de gedwongen opzegging van de overeenkomst met Gazprom. Via de VNG wordt dit signaal bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gelegd.
In afwachting van ontwikkelingen en verdere informatie (mogelijke compensatie vanuit het rijk) verwerken wij de verhoging van de energiekosten voor het 4e kwartaal 2022
(ingangsdatum nieuw contract) en 2023 volledig in onze begroting. Het nieuwe contract loopt tot eind 2023. Het is op dit moment niet duidelijk hoe de tarieven zich ontwikkelen na 2023, maar wij gaan ervan uit dat deze niet meer zullen terugkomen op het niveau van het oude contract. Vanaf 2024 houden wij vooralsnog rekening met een verhoging van de energiekosten van circa 25% van de tarieven van het nieuwe contract.
Inwoners worden ook geconfronteerd met hogere energiekosten. In de Septembercirculaire 2022 zijn, met uitzondering van de verhoging van de energietoeslag (van € 800 naar € 1.300), geen compenserende maatregelen opgenomen voor de effecten van de energiecrisis. Het is op dit moment ook niet bekend in hoeverre de gemeenten bij de uitvoering van de aanvullende maatregelen worden betrokken of ingezet. Tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Tweede Kamer over de Prinsjesdagstukken is uitgebreid gedebatteerd over de effecten van de energiecrisis en compenserende maatregelen. De Tweede Kamer steunt in meerderheid het idee van een gedeeltelijk prijsplafond voor de energiekosten. Daarnaast wil de Kamer dat scholen en culturele instellingen energiehulp krijgen, net als de bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) die veel energie gebruiken. Vervolgens zijn daar ook verenigingen, sportclubs, zwembaden en andere maatschappelijke voorzieningen aan toegevoegd. De verdere uitwerking en uitvoering van alle maatregelen is nog niet bekend en ook niet de mate van compensatie. Het duurt nog enkele weken voor er meer duidelijkheid komt over de details van het energieplafond en de aanvullende maatregelen. Kortom, er is nog veel onduidelijk in hoeverre het kabinet onze inwoners, maar ook ons als gemeente compenseert voor de hoge inflatie en stijgende energiekosten. De mate van het wel of niet kunnen doorbelasten van hogere energiekosten is daarvan afhankelijk.

De Prioriteitennota 2023

In de Prioriteitennota draagt het college nieuw beleid aan, ofwel een heroverweging, of intensivering van bestaand beleid voor de jaren 2023-2026. Door de vorming van een nieuwe coalitie na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 en het opstellen van een coalitieakkoord is de behandeling van de Prioriteitennota 2023, waarin nieuw beleid wordt opgenomen, uitgesteld tot nu, tegelijk aan de behandeling van de meerjarenbegroting 2023-2026. Ook de prioriteitennota wordt gedomineerd door de maatschappelijke, economische en financiële uitdagingen waar de gemeente zich mee geconfronteerd ziet. Het college heeft daarom formatieve mutaties voorgesteld als gevolg van de koopkrachtproblematiek, energiecrisis, ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de verkeersveiligheid. Daarnaast wordt voorgesteld om middelen beschikbaar te stellen voor het opstellen van een Programma Landelijk Gebied en actualisatie van het Programma Mobiliteit. De nieuwe prioriteiten betekenen dat er in 2023 voor € 251.704 meer kosten zijn en voor de jaren 2024 tot en met 2026 € 220.000 per jaar.

De Meerjarenprogrammabegroting 2023-2026

De Meerjarenbegroting 2023-2026 is de eerste begroting van het huidige college. Met deze begroting wordt ingezet om de doelstellingen van het coalitieprogramma 2022-2026 ‘Samen beter’ te verwezenlijken. Het college heeft zorg om en voor onze inwoners door de hoge inflatie en stijgende energieprijzen. Het kabinet heeft maatregelen aangekondigd en de gemeente wil onderzoeken waar aanvullende behoefte is aan ondersteuning. Uitgangspunt is dat mensen kunnen beschikken over basisvoorzieningen. Deze Meerjarenprogrammabegroting 2023-2026 is opgesteld in wederom onzekere tijden. De coronacrisis is er nog steeds, maar wel steeds meer op de achtergrond door andere ontwikkelingen zoals de stikstofproblematiek, opvang van vluchtelingen en de inval van Rusland in Oekraïne met maatschappelijke, economische en financiële consequenties. De uitkomsten van de meicirculaire 2022 algemene uitkering gemeentefonds zijn verwerkt in deze begroting. In het coalitieakkoord van het kabinet zijn hogere uitgaven op diverse beleidsterreinen opgenomen, waardoor er ook fors meer geld richting gemeenten gaat uit het gemeentefonds. Daarnaast zijn door het Rijk maatregelen doorgevoerd om de financiële situatie van gemeenten te verbeteren. In deze meicirculaire is ook het effect verwerkt van het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering dat per 1 januari 2023 wordt ingevoerd. In eerste instantie leidde dit tot grote negatieve effecten voor de gemeente Voorst, maar bij de laatste actualisatie is het nadelige effect uiteindelijk € 6,82 per inwoner (in totaal € 169.000 nadelig).
Centraal in de nieuwe financieringssystematiek staan de behoefte aan meer stabiliteit, inzicht in de te ontvangen middelen en ruimte voor autonome keuzes op lokaal en regionaal niveau. Zoals al aangegeven, is er vanaf het jaar 2026 en verder door het Rijk geen toename berekend van het gemeentefonds. Het coalitieakkoord van het kabinet heeft een nieuwe financieringssystematiek aangekondigd voor provincies en gemeenten met 1 januari 2026 als ingangsdatum. In afwachting van die nieuwe financieringssystematiek is er op dit moment nog steeds onzekerheid over de financiële ruimte waar vanaf 2026 rekening mee kan worden gehouden. Aan de huidige normeringssystematiek 'trap op trap af' komt op basis van de financiële tabel uit het coalitieakkoord in 2026 een einde. Geen enkele gemeente weet hoeveel geld er na 2026 zal zijn en dat maakt het voor de nieuwe coalitie lastig om toekomstplannen te maken, met name plannen voor de langere termijn met structurele effecten. De autonome ontwikkelingen zijn verwerkt naast de structurele effecten van de Bestuursrapportage 2022. Het financieel meerjarenperspectief (FMP) laat een grillig verloop zien van de resultaten over de gehele looptijd van deze begroting, 2023 tot en met 2026, met name door de extreme stijging van de energielasten.
Door de vertraging van het publiceren van de septembercirculaire en omdat de uitwerking ervan enige tijd in beslag neemt, konden de effecten daarvan niet meer worden verwerkt in de Bestuursrapportage 2022 en de Meerjarenprogrammabegroting 2023-2026. Rekening houdend met de uitkomsten van de septembercirculaire sluit het jaar 2022 met een positief saldo van € 2 mln., het jaar 2023 met een negatief saldo van € 1,4 mln. en de jaren 2024 tot en met 2026 met positieve saldi van resp. € 2,6 mln., € 3 mln. en € 1,1 mln.

De Bestuursrapportage, de Prioriteitennota en de Meerjarenprogrammabegroting staan geagendeerd voor de rondetafelgesprekken van maandag 3 oktober vanaf 18.00 uur. De raadsbehandeling zal plaatsvinden in de vergadering van de gemeenteraad van maandag
17 oktober vanaf 10.00 uur. Wij stellen de raad voor om de bestuursrapportage in die vergadering vast te stellen. Definitieve besluitneming over de Prioriteitennota 2023 en de Meerjarenprogrammabegroting 2023-2026 vindt plaats in de raadsvergadering van maandag 7 november vanaf 19.30 uur.