De jaarrekening over het boekjaar 2024 vertoont een positief saldo. Tóch is er grote onzekerheid over de toekomstige financiën. Alle gemeenten in Nederland staan voor grote maatschappelijke opgaven op het gebied van huisvesting, zorg, energie, klimaat en mobiliteit. Gemeenten en Rijk hebben voor de aanpak van deze opgaven een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom is het belangrijk dat er duidelijkheid en voorspelbaarheid komt rond de structurele financiële middelen vanuit het Rijk, die nodig zijn om deze opgaven aan te pakken. Dit alles heeft gevolgen voor de activiteiten die we als gemeente Voorst kunnen uitvoeren. De Voorjaarsnota 2025 van het Rijk biedt wel extra geld voor gemeenten, maar dit is onvoldoende om op langere termijn als gemeente te kunnen voldoen aan alle maatschappelijke opgaven.
De jaarstukken 2024
In de jaarstukken 2024 legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over de uitvoering van de plannen van het afgelopen begrotingsjaar en over de financiën. De Jaarrekening 2024 sluit met een totaal voordelig resultaat van € 3.175.300. Na verwerking van de effecten van de Voorjaarsrapportage 2024 en de Najaarsrapportage 2024 werd eerst rekening gehouden met een nadelig resultaat van € 510.200. Het uiteindelijke resultaat valt dus € 3.685.500 voordeliger uit. Het resultaat is vooral tot stand gekomen door incidentele meevallers zoals verkoop van gronden (€ 799.200), de nog niet verwerkte algemene uitkering uit het gemeentefonds in de begroting 2024 uit de september- en decembercirculaire 2024 (€ 725.700) en overgebleven middelen vanuit de specifieke uitkering Opvang Oekraïners (€ 514.200). Verder laten de energiekosten van alle gemeentelijke gebouwen en andere aansluitingen een positieve ontwikkeling zien van € 549.000 ten opzichte van de opgenomen raming. Tegenover deze meevallers staan echter ook tegenvallers. Vooral voor jeugdzorg hebben wij hogere lasten (€ 767.400). Dit komt door een toename van het aantal cliënten, de in rekening gebrachte tarieven en de zogeheten zorgzwaarte. Naast deze grotere afwijkingen zijn er ook binnen diverse andere beleidsvelden kleinere mee- en tegenvallers ontstaan. Aan de gemeenteraad stellen wij nu voor om een gedeelte van het positieve resultaat toe te voegen aan een specifieke reserve en het merendeel aan de algemene reserve.
De Voorjaarsrapportage 2025
In de voorjaarsrapportage rapporteert het college over de actuele ontwikkelingen in het lopende begrotingsjaar. De ontwikkelingen over de eerste helft van 2025 geven aanleiding tot bijsturingsvoorstellen van per saldo € 1.312.500 nadelig voor het jaar 2025. In deze voorjaarsrapportage hebben wij daarom bijsturingsvoorstellen opgenomen. Het gaat zowel om voorstellen met een eenmalig als met een blijvend karakter. Als voorstellen met een blijvend karakter noemen wij in het bijzonder:
- Een verhoging van de instandhoudingsbijdrage van Stichting De Koepel. De stichting krijgt de exploitatie niet meer rond via het verhogen van de verhuurtarieven voor de sporthallen en de horeca. Ook zijn de personeels-en energielasten beduidend gestegen. Hierdoor bleek een structurele verhoging van de instandhoudingsbijdrage vanuit de gemeente noodzakelijk;
- De uitgaven aan maatwerkvoorzieningen voor zowel jeugdzorg als de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) laten een sterke stijging zien door hogere tarieven van zorgaanbieders en een toename van de zorgzwaarte;
- De subsidies aan maatschappelijke partners worden vanaf 2026 blijvend verhoogd door cao-aanpassingen voor de werknemers van deze organisaties;
- Onderhoud van onze gemeentelijke gebouwen. In het nieuw opgestelde onderhoudsbeheerplan is een forse prijscorrectie opgenomen door krapte aan materiaal en personeel in de bouw- en installatiewereld. Een extra bijdrage aan de voorziening onderhoud gebouwen is noodzakelijk om voldoende financiële middelen beschikbaar te hebben om alle gemeentelijke gebouwen te onderhouden in de periode tot en met 2034;
- Een voordelig effect door een verlaging van energiekosten. Uit jaarrekeningcijfers blijkt dat wij hiervoor een te hoge raming in onze begroting hadden aangehouden;
- Een hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds. In de Decembercirculaire 2024 zijn correcties opgenomen voor onder andere prijsontwikkeling.
Door de huidige, onzekere financiële situatie en het verwachte positieve resultaat van de Jaarrekening 2024, stelt het college in deze voorjaarsrapportage aan de gemeenteraad voor om de algemene reserve in te zetten om de bijsturingsvoorstellen met een eenmalig karakter op te vangen. Deze voorstellen hebben daardoor geen financieel effect op de lopende exploitatiebegroting. Als belangrijkste voorstel met een eenmalig karakter noemen wij de eenmalige tegemoetkoming in het negatieve resultaat (volgens de jaarrekening 2024) van Stichting Zwembad De Schaeck. Deze steun verstrekken wij om de financiële lasten van het zwembad op korte termijn te verlichten. In de voorjaarsrapportage hebben wij ook specifieke uitkeringen van het Rijk opgenomen voor de uitvoering van werkzaamheden op het terrein van zorg en inburgering.
De Prioriteitennota 2026-2029
In een prioriteitennota draagt het college nieuw beleid aan, ofwel een heroverweging, of intensivering van bestaand beleid voor het komende jaar.
Gemeenten staan voor grote maatschappelijke opgaven op het gebied van huisvesting, zorg, energie, klimaat en mobiliteit. Gemeenten en Rijk hebben voor de aanpak van deze opgaven een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het Rijk vraagt daarbij steeds meer van de gemeenten.
Daarom is het belangrijk dat er duidelijkheid en voorspelbaarheid komt rond de structurele middelen vanuit het Rijk. Het Rijk en gemeenten zijn immers allebei gebaat bij stabiele en voorspelbare financiële verhoudingen. Want: voor extra taken zouden ook extra financiële middelen beschikbaar moeten worden gesteld.
De korting op het gemeentefonds vanaf het jaar 2026, ook wel het ‘ravijnjaar’ genoemd, is landelijk becijferd op € 2,4 mld. In de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk, komt het Rijk de gemeenten nu tegemoet met extra middelen, maar dit is onvoldoende voor de langere termijn. Na de publicatie van de Meicirculaire 2025 van het gemeentefonds (eind mei 2025) weten wij wat het effect is van de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk op onze gemeente.
Om structurele tekorten in de begroting 2026-2029 het hoofd te kunnen bieden, heeft de gemeenteraad op 11 november 2024 een besluit genomen over de uitgangspunten voor bezuinigingen voor 2026 en verdere jaren. Dit raadsbesluit was gebaseerd op het begrotingsadvies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Wij hebben de beleidsterreinen, zoals opgenomen in dit begrotingsadvies van de VNG, in onze prioriteitennota 2026-2029 echter doelbewust uitgebreid. Dit hebben wij gedaan om een gebalanceerd voorstel aan ombuigingen aan de gemeenteraad te kunnen presenteren. Een voorstel waarbij niet direct het sociale vangnet van de inwoners onherstelbaar beschadigd wordt en waarbij de bestaanszekerheid gewaarborgd blijft! Daarnaast nam de gemeenteraad het besluit om de taken die de gemeente nu uitvoert inzichtelijk te maken, zodat zij beter in staat is om te beoordelen op welke taken bezuinigingen mogelijk zouden kunnen zijn.
In de Prioriteitennota 2026-2029 zijn de besluiten van de gemeenteraad van 11 november 2024 uitgewerkt in een ombuigingsplan, om onze begroting en meerjarenraming blijvend sluitend te maken. Naast het versoberen en stopzetten van beleid stellen wij ook ombuigingen voor om bepaalde investeringen uit te stellen en bepaalde belastingen te verhogen.
De jaarstukken 2024, de Voorjaarsrapportage 2025 en de Prioriteitennota 2026-2029 staan geagendeerd voor de rondetafelgesprekken (RTG) op maandag 2 juni vanaf 18.00 uur. De raadsbehandeling zal plaatsvinden in de vergadering van de gemeenteraad op maandag16 juni vanaf 10.00 uur. In die vergadering stelt de raad de jaarstukken 2024 en de Voorjaarsrapportage 2025 vast. De vaststelling van de prioriteitennota is voorzien in de raadsvergadering van maandag 23 juni vanaf 19.30 uur.