Participatieplan (voorafgaand aan het participatietraject)

De participatieverordening bepaalt dat de initiatiefnemer van een (verplicht) participatietraject een participatieplan maakt. Het participatieplan beschrijft helder en duidelijk wat de initiatiefnemer met participatie wil bereiken. Ook staat er in het participatieplan welke partijen bij het participatietraject zijn betrokken en op welke manier.

Dit participatieplan hoeft de initiatiefnemer niet zelf op te stellen. In de bijlage staat een formulier van het participatieplan die de initiatiefnemer kan invullen. Per participatieniveau is er een apart participatieplan wat de initiatiefnemer in kan vullen.

Niveaus participatietraject

Niveau 1: de meest lichte vorm van participatie

  • Informeren: u informeert buren, omwonenden en andere belanghebbenden bij het initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door bij hen langs te gaan of door een brief of een mail te versturen naar de betreffende belanghebbenden.

Als uw initiatief een kleine activiteit is, maar wel veel overlast veroorzaakt, is het verstandig om een intensief participatietraject uit te voeren, waarbij uw bredere omgeving vroegtijdig en intensief bij het project wordt betrokken.

Voorbeeld 1

Uw tuinhuisje is aan vervanging toe en u wilt een groter tuinhuis in uw tuin laten bouwen. Deze staat dan precies tegen de grens met uw buren aan en kan misschien wat licht uit de tuin van de buren weghouden. Dit kan vervelend zijn voor uw buren. In dit geval kunt u het beste uw buren informeren over uw plannen.

Voorbeeld 2

U wilt een tandartsenpraktijk aan huis beginnen. Hiervoor moet u uw huis verbouwen en moet er een ruimere parkeerplaats worden aangebracht. Dit kan voor overlast zorgen voor uw buren of uw buurt. In dit geval kunt u het beste uw buurt betrekken, door uw buurt te informeren over uw plannen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door uw buren uit te nodigen voor  een kopje koffie zodat u hen kunt informeren over uw plannen.

  • Informeren: U informeert buren, omwonenden en andere dorps- of buurtbewoners over uw initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door een brief of mail te versturen naar de betreffende belanghebbenden.
  • Raadplegen: U vraagt buren, omwonenden en andere dorps- of buurtbewoners om raad over jouw initiatief. Dat kan door middel van het laten invullen van enquêtes of door het organiseren van een inspraakavond.
  • Adviseren: U vraagt buren, omwonenden en andere dorps-/ of buurtbewoners om advies over jouw initiatief. Dat kan door in gesprek te gaan met de belanghebbenden of door een soort klankbordgroep te vormen met de belanghebbenden.

Als uw initiatief een kleine activiteit is, maar wel voor veel maatschappelijke aandacht vanuit de samenleving en de politiek zorgt, is het verstandig om een intensief participatietraject uit te voeren, waarbij uw bredere omgeving vroegtijdig en intensief bij het project wordt betrokken.

Voorbeeld 1

U woont in het buitengebied in een mooie omgeving en u heeft een groot stuk grond over. U wilt op dat stuk grond een camping starten. Wanneer u daar een omgevingsvergunning voor wilt aanvragen is het belangrijk om de omgeving te betrekken bij uw plannen, dit zijn belanghebbenden bij u in de buurt, zoals uw buren of omliggende organisaties.

U kunt in ieder geval het beste uw omgeving informeren over uw plannen. Het is ook verstandig om uw omgeving op een actieve manier te betrekken bij uw project. Dit kan doordat u met buren of omliggende organisaties in gesprek gaat over uw plannen. Zo kunt u op een makkelijke manier uw buren betrekken bij uw plannen en kunnen zij waar nodig meedenken over uw plannen.

Contact met gemeente

Het is belangrijk om ook de gemeente aan het begin te informeren over uw plannen. Als u een informatieavond- of bijeenkomst organiseert, is het handig om een medewerker van de gemeente te vragen of hij aanwezig wil zijn bij de informatieavond, zodat de gemeente ook goed op de hoogte is van uw plannen en hoe de omgeving is meegenomen in het project.

Voorbeeld 2

U wilt in uw buurt, samen met uw buren een speeltuin aanleggen. Als eerste is het verstandig om de gemeente te benaderen over uw initiatief. De gemeente kan in dat geval meedenken met uw plannen en u van informatie voorzien. Vervolgens is het belangrijk dat de buurt wordt betrokken bij het initiatief. In dit geval is het handig om uw buurt via een flyer of een bericht in een buurtgroepsapp te informeren over uw ideeën. Vervolgens is het verstandig om een bijeenkomst te organiseren, waarbij u uw ideeën aan de buurt kunt toelichten. Tijdens deze bijeenkomst kunnen buurtbewoners vragen stellen over uw plannen en kunnen zij meedenken over uw plannen.

Wanneer u wilt dat belanghebbenden, zoals uw buurtbewoners, meedenken over uw plannen is het belangrijk dat u van tevoren duidelijk aangeeft waar zij over mee kunnen denken en waar zij nog invloed op hebben. Zo is het vooraf duidelijk waar de buurtbewoners over mee kunnen denken.

Het is belangrijk om ook de gemeente uit te nodigen als er een informatiebijeenkomst wordt georganiseerd, zodat de gemeente ook goed op de hoogte is van uw plannen en hoe de omgeving wordt meegenomen in uw plannen.

Contact met gemeente

Het is belangrijk om ook de gemeente vroegtijdig te informeren over uw plannen. Als u een informatieavond- of bijeenkomst organiseert, is het handig om een medewerker van de gemeente te vragen of hij aanwezig wil zijn bij de informatieavond, zodat de gemeente ook goed op de hoogte is van uw plannen en hoe de omgeving is meegenomen in het project.

  • Raadplegen/adviseren: U vraagt buren, omwonenden en andere dorps- of buurtbewoners die buiten uw directe omgeving ook te maken kunnen hebben met uw initiatief om advies over het initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door in gesprek te gaan, een enquête te laten invullen door de belanghebbenden of door een inspraakavond te houden.
  • Coproduceren: U laat belanghebbenden, zoals buren, omwonenden en andere dorp- of buurtbewoners meedenken over uw initiatief. Samen wordt er een ontwerp gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn als uw initiatief een grote invloed heeft op de omgeving.

Als uw initiatief een kleine activiteit is, maar wel veel overlast veroorzaakt, is het verstandig om een intensief participatietraject uit te voeren, waarbij uw bredere omgeving vroegtijdig en intensief bij het project wordt betrokken.

Voorbeeld

Een projectontwikkelaar wilt in een dorp een appartementencomplex van 25 woningen en 4 verdiepingen ontwikkelen. Dit plan heeft veel invloed op de omgeving en de rest van het dorp. In dit geval moet de projectontwikkelaar de meest intensieve vorm van participatie toepassen.

Als eerste is het belangrijk dat de projectontwikkelaar de gemeente informeert en meeneemt in de plannen die er zijn voor het appartementencomplex. Het kan namelijk zijn dat de gemeente beleid heeft gemaakt, waardoor er bijvoorbeeld strengere eisen gelden voor appartementencomplexen. Maar het kan ook bijvoorbeeld zijn dat de gemeenteraad nog een besluit moet nemen wat invloed kan hebben op de plannen voor een appartementencomplex.

Omwonenden en andere belanghebbenden, zoals een dorpsbelangenorganisatie, moeten op tijd en intensief worden betrokken bij dit project. Dit houdt in dat de projectontwikkelaar hen moet informeren; dit kan via een flyer of brief, maar ook door het organiseren van een informatieavond. Tijdens een informatieavond heeft de buurt de kans om meer te weten te komen over de plannen. En hebben buren en belanghebbenden dan de kans om vragen te stellen of om mee te denken over de plannen voor het appartementencomplex.

Voordat de inhoud wordt behandeld tijdens een informatiebijeenkomst, is het belangrijk om kaders te stellen. Dit houdt in dat er van tevoren wordt bepaald waar de participatie om gaat en wat de belanghebbenden nog kunnen bereiken in het participatietraject. Zo is het duidelijk voor de deelnemers waar zij nog over kunnen meepraten.

Tijdens het participatietraject is het belangrijk om de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders actief op de hoogte te houden van de voortgang.

Wanneer u alle informatie heeft opgehaald is het belangrijk dat u aan de betrokken personen laat zien wat u met hun feedback heeft gedaan. Zo wordt het ook begrijpelijker voor de betrokken personen als u er voor kiest om de inbreng van iemand niet mee te nemen in uw plannen.

Participatie-eindverslag (na afloop van het participatietraject)

Aan het einde van het participatietraject moet u een participatie-eindverslag invullen. Dit verslag hoeft u niet zelf te schrijven, het formulier van het participatie-eindverslag staat in de bijlagen.

In het participatie-eindverslag beschrijft u hoe u belanghebbenden, zoals uw buren of een bredere omgeving, heeft betrokken in uw plan. In het eindverslag beschrijft u welke informatie u heeft opgehaald en wat u ermee heeft gedaan. Het eindverslag levert u in wanneer u een vergunningaanvraag indient.